Oorspronkelijke duiven

Algemeen.

Vrijwel iedereen kent wel enkele tamme sierduivenrassen. In totaal zijn er enkele honderden sierduivenrassen. Deze duiven worden ook wel cultuurduiven genoemd, omdat deze (sier)duivenrassen in de loop van eeuwen door de mens zijn 'gemaakt'. Al deze sierduivenrassen stammen af van de rotsduif. Deze rotsduif behoort tot de wilde of oorspronkelijke duiven. We kennen wereldwijd 309 soorten oorspronkelijke duiven.

Deze duiven worden ook door liefhebbers in volières gehouden en we spreken alleen maar over soortzuivere dieren. Tot de oorspronkelijke duiven behoren ook de bekende lachduiven en diamantduiven in de natuurlijke wildkleur.Vroeger werden de oorspronkelijke duiven ook wel tropische duiven genoemd. Dit is geen juiste benaming omdat we in Nederland ook enkele oorspronkelijke duivensoorten kennen en die zijn niet tropisch. Denk maar aan de Houtduif en de Zomertortel.

Duiven vertonen enkele kenmerken waardoor zij sterk afwijken van andere vogels. Duiven zijn de enige vogels die hun jongen voeren met kropmelk, een eiwitrijke kaasachtige substantie die in de krop van de duif wordt afgescheiden. Een ander typisch kenmerk van duiven is dat zij, net als zoogdieren, zuigend water drinken. Geen enkele andere vogel kan dat, zij kunnen alleen maar water drinken door met de snavel een beetje water op te scheppen, de kop omhoog te brengen om vervolgens het water en door te slikken.

Oorspronkelijke duiven zijn er van groot tot zeer klein. De kroonduif bijvoorbeeld is ruim 73 centimeter lang en weegt meer dan 2 kilogram en is hiermee de grootste duif. Het bekende diamantduifje is gemiddeld 22 centimeter en slechts 30 gram zwaar. Hiermee is het diamantduifje het lichtste duifje dat er is, maar niet de kleinste. Dat is het dwergduifje dat dankzij zijn korte staartje slechts 14,5 centimeter meet.

Foto: Barlett Dolksteekduif. Copyright © N.H.v.Wijk

Oorspronkelijke duiven tonen ook veel variatie in kleur. Mede vanwege deze eigenschap zijn de oorspronkelijke duiven met recht echte siervogels te noemen.

De oorspronkelijke duiven kunnen we grofweg verdelen in twee groepen:

  • De zaadetende oorspronkelijke duiven
  • De vruchtenetende oorspronkelijke duiven.
  • De meeste soorten vinden we binnen de groep zaadetende duiven.
  • Deze soorten-rijkdom biedt iedere geïnteresseerde de mogelijkheid wel een keuze te maken.
Top 10 populaire soorten

Om u op weg te helpen vindt u hieronder een korte beschrijving van de 10 meest gehouden oorspronkelijke duiven (in alfabetische volgorde) in Nederland. Het gaat om de volgende soorten:

Australische kuifduif (Ocyphaps lophotes)

De Australische kuifduif komt in geheel Australië voor. Deze duif is ongeveer 32 cm. lang. Zowel de doffer als de duivin zijn exact hetzelfde getekend. Wat bij deze duif opvalt is de mooie grote kuif die in het verlengde van de snavel de lucht in steekt. De kleur is overwegend blauw/grijs met de mooie glanzende band op de vleugels die in het zonlicht bij bewegen van donkerblauw over rood naar groen kan verkleuren. Deze duiven zijn in het begin vrij schuw. Een kenmerk van deze duiven is dat ze vliegruimte nodig hebben. Ze voelen zich niet thuis in kleinere kooien. Een ruime volière is daarom noodzakelijk. De duivin van deze soort legt 2 eieren, die 18 dagen bebroed worden. Het zijn zeer goede broeders en ze zorgen goed voor hun jongen. Het is één van de zeer weinige soorten die bij het vliegen met hun vleugels een fluitend geluid maken. Ander geluid maken deze duiven niet of nauwelijks. Het paringsgeluid is ook bijna geruisloos. Deze duiven kunnen in de winter buiten blijven. Jonge duiven zijn gevoeliger voor dagenlange vorst en hebben dan bescherming nodig. De Australische kuifduif is een duif voor de beginnende liefhebber. Ook de prijs per koppel is redelijk. Deze duif kan zich goed aanpassen op tentoonstellingen, maar heeft vooraf wel wat training hiervoor nodig. Let op: bij deze duiven kunnen geen andere duiven geplaatst worden. Zij hebben een groot territorium nodig en zijn zeer agressief tegen andere duivensoorten.

Foto: Australische kuifduif. Copyright © L.van der Meer

Birmatortelduif (Streptopelia tranquebarica)

De Birmatortelduif heeft een zeer groot verspreidingsgebied en komt voor in Oost- en Zuidoost-Azië, in Noord-China en Zuid-India, maar ook op de Philipijnen, in Birma en Zuid-India. Deze duivensoort is iets kleiner dan de bekende tamme lachduif: ongeveer 20 cm. De kop van de doffer is grijs. Het overgrote deel van het lichaam is purperrood. De pootkleur is leiblauw. De duivin is over het algemeen vaal groen/bruin. De kop is ongeveer hetzelfde gekleurd. Deze duiven zijn in het begin schuw, maar dit wordt wel minder als ze in een wat kleine ruimte worden ondergebracht. In de paringstijd zijn deze duiven wat rumoerig, maar zodra de 2 eieren zijn gelegd hoort men deze duiven niet meer. De eieren worden 13 dagen bebroed. Het zijn zeer goede broeders die goed voor hun jongen zorgen. Deze duiven zijn winterhard en kunnen dus gerust buiten blijven bij koud weer. De Birmatortelduif is geschikt voor de beginnende liefhebber. De aanschafprijs per koppel is zeer redelijk. Deze duif is zeer geschikt voor de tentoonstellingen.Deze duivensoort kan in kleinere kooien of volières worden gehouden. Men kan bij deze duiven in een volière nog wel een koppel kleine duiven plaatsen, zoals Zebraduiven, Picuiduiven, Diamantduiven en Rode rotsduiven. Samen met Peruduiven gaat echter niet goed.

Foto: Birma tortel doffer. Copyright © W.Silkens

Foto: Birma tortel duivin. Copyright © W.Silkens

Blauwe grondduif (Claravis pretiosa)

De Blauwe grondduif leeft in Peru, Zuid-Brazilië, Noord-Argentinië, Midden-Amerika, Bolivia, Equador, Columbia en Venezuela. Deze grondduif is vrij klein en meet maar ongeveer 20 cm. De doffer is over het hele lijf lichtblauw van kleur. Op de vleugels heeft hij diverse zwart/blauwe vlekken. Het kopje en de hals is wat meer grijs gekleurd.De duivin is bruin/grijs gekleurd en heeft diverse donkerbruine vlekken op de vleugels. Het contrast met de doffer is wel erg groot. Juist door dit contrast is een koppel van deze duiven een schoonheid in de volière. Ze zijn vrij schuw, dat kan gaandeweg wel beter worden, maar het blijven onrustige vliegers. De duivin legt 2 eieren. Deze duivensoort broedt niet in kleinere kooien. Zij hebben een volière nodig en een rustige omgeving. Deze duiven broeden 15 dagen en kunnen goede broeders zijn als ze maar verscholen een nest kunnen bouwen.Ze maken bijna geen geluid. Deze duivensoort kan niet goed tegen vorst en kunnen daarom in de winter beter binnen gehouden worden (bv. in een schuur of garage). De Blauwe grondduif is geen duif voor de beginnende liefhebber. De prijs per koppel is redelijk. Deze duif is wel geschikt voor de tentoonstellingen. Ze kunnen samen gehouden worden met rustige duiven, b.v. de Bronsvleugelduif. Zij kunnen echter niet samen gehouden worden met wilde vliegers.

Foto: Blauwe grondduif doffer. Copyright © W.Silkens

Foto: Blauwe grondduif duivin. Copyright © W.Silkens

Bronsvleugelduif (Phaps chalcoptera)

De Bronsvleugelduif is een duif uit Australië. Ze komt het meest voor in zuidoosten en het zuidwesten van Australië. In het centrum van dit werelddeel zien we deze duiven minder. Deze duif heeft een vrij forse lengte van ruim 37 cm. Het verschil tussen doffer en duivin is het beste te zien aan de bovenkant van de kop. De kleur bij de doffer is geel tot goudgeel. De duivin daarentegen heeft een kopkleur die meer bruin grijsachtig is. De borstkleur van de doffer is wijnrood terwijl de duivin veel matter - meer bruin - gekleurd is. De Bronsvleugelduif heeft een palet aan kleuren in wel drie bogen op de vleugels lopen. De kleuren van deze bogen veranderen van kleur als ze in een andere stand gaan staan en zeker als de zon er op schijnt. Men heeft duiven met een overwegende rode glans en andere met een overwegende groene glans. De duivin mist vaak de rode glans De Bronsvleugelduif is een grondduif en dit houdt in dat ze over het algemeen veel op de grond verblijft. Het is een hele tamme en rustige duif. Bij het in de volière lopen moet men voorzichtig zijn dat men er niet op trapt. Deze duivensoort kan in wat kleinere volières worden gehouden. De duivin legt 2 eieren. Deze duiven broeden prima en zorgen heel goed voor hun kroost. Zij broeden de eieren in 17 dagen uit.Het is een hele rustige duif. Het paringsgeluid is een heel zacht diep brom geluid. Deze duiven kunnen in de winter wel wat vorst verdragen. De Bronsvleugelduif is een juweel voor in de volière en is zeer geschikt voor de beginnende liefhebber. Ook de prijs per koppel is redelijk voor zo'n juweel. Is uitermate geschikt voor de tentoonstellingen. Men kan bij deze duiven in een volière ook nog een paartje kleine duifjes zetten. (zie bij de Birmatortelduif)

Foto: Bronsvleugelduif duivin. Copyright © W.Silkens

Groenvleugelduif (Chalcophaps indica

Groenvleugelduiven komen voor in het noordelijk en oostelijk kustgebied van Australië, op alle eilanden van Indonesië, in India, Burma, Laos, Cambodja, Vietnam en de Philipijnen. Deze duif is met een lengte van ruim 25 cm. een middelgrote duif. De kop van de doffer is blauw/grijs. De borst is purperrood. De vleugels zijn van een uitzonderlijke mooie groene kleur waarbij bij sommige duiven de veren op de kop van de vleugel grijs/wit zijn. De duivin heeft overwegend een bruine/grijze kopkleur. Daarbij is de borstkleur mat bruin. Ook bij de duivin zijn de vleugels mooi groen van kleur maar niet zo intensief als bij de doffer. Zij hebben heel weinig wit/grijs op de vleugelkop. Het zijn wat kleur betreft schitterende duiven in de volière en een zeer gewilde soort bij de liefhebbers. De Groenvleugelduif is een redelijk tamme duif. De duivin legt 2 eieren. Deze duiven broeden prima en zorgen heel goed voor hun kroost. Zij broeden de eieren in 14 dagen uit. Deze duiven willen zo min mogelijk gestoord worden tijdens het broedproces. Sommige Groenvleugelduiven willen geen nestcontrole toelaten. Ze laten de jongen dan vaak in de steek. Als ze pas uitgevolgen zijn kan men ze nog ringen. Een opvallend kenmerk is dat jonge Groenvleugelduiven pikzwart zijn. Deze duiven zijn zeer rustig en maken bijna geen geluid. Ze kunnen in de winter buiten blijven mits ze beschutting kunnen zoeken. Jonge duiven zijn niet winterhard. De Groenvleugelduif is een duif voor de beginnende liefhebber. Ook de prijs per koppel is redelijk. De Groenvleugelduif is ook zeer geschikt voor de tentoonstellingen. In een wat grotere volière kan men er een koppel kleine duifjes bijzetten, zoals Zebraduiven, Picuiduiven en Diamantduiven. Met Rode rotsduiven gaat het ook goed. Samen met Peruduiven gaat niet goed.

Foto: Groenvleugelduif doffer. Copyright © W.Silkens

Foto: Groenvleugelduif duivin. Copyright © W.Silkens

Guineaduif (Columba guinea)

De Guineaduif leeft in Afrika in een brede band van oost naar west ter hoogte van Senegal, Mali, Niger, Tsjaad, Sudan en Ethiopië en ook nog in nog in het zuiden van dit continent: in Namibië, Botswana en Zuid Afrika. Deze duivensoort heeft dus een zeer groot verspreidingsgebied. De Guineaduif is een vrij forse vogel en meet ongeveer 35 cm. Er is tussen doffer en duivin geen geslachtverschil te zien. Dit maakt het extra moeilijk om een koppel samen te stellen. Het zijn mooie duiven om te zien, waarbij vooral opvalt de grote felrode oogrand, die wel enkele millimeters breed kan zijn. Ook het contrastrijke halsbehang van grijs en rood spreekt tot de verbeelding. Daarbij heeft de Guineaduif ook nog een mooie gespikkelde vleugeltekening. Echt een zeer mooie duif om te zien. Vanwege haar prachtige kleuren is deze duif zeer geschikt voor de tentoonstellingen. Deze duivensoort is een beetje schuw van aard. Dit wordt wel wat minder als ze aan hun omgeving zijn gewend. De duivin legt twee eieren, die in 18 dagen worden uitgebroed. Het zijn zeer goede broeders en ze zorgen goed voor hun jongen. In de paringstijd maken deze duiven een wat schrapend geluid, dat echter niet hinderlijk is. Zijn de eieren gelegd, dan horen we dit geluid niet meer. De soort is volledig winterhard en kan daarom in de winter buiten blijven. De Guineaduif is een duif voor de beginnende liefhebber. Ook de prijs per koppel is zeer redelijk te noemen. Deze duiven hebben een ruime volière nodig. Aangezien ze zeer agressief zijn tegenover andere soorten kan per volière slechts één koppel Guineaduiven gehouden worden.

Foto: Koppel Guineaduiven. Copyright © N.H.v.Wijk

Parelhalsbandtortelduif (Streptopelia chinensis)

De Parelhalsbandtortelduif leeft in een groot gedeelte van Indonesië, Nepal, Thailand, Vietnam, Bangladesh en Zuid-China. Deze soort heeft een lengte van ongeveer 34 cm. De kop van de doffer is grijs. Het overgrote deel van zijn lichaam is bruin. Op de vleugels is een dunne intekening te zien aan het einde van bijna iedere veer. Opvallend zijn de mooie wit-zwarte parels in de hals. De pootkleur is rood. Er is nagenoeg geen geslachtsverschil te zien tussen doffer en duivin. Deze soort is in het begin wat schrikachtig. Als deze dieren eenmaal gewend zijn aan hun omgeving en de verzorger wordt deze schrikachtigheid veel minder. De Parelhalsbandtortelduif legt twee eieren. Het zijn goede broeders, broeden de eieren in 14 dagen uit en zorgen goed voor hun jongen.Deze soort heeft een hele mooie maar niet hinderlijke roep. Ze worden in Indonesië speciaal vanwege dit mooie geluid. Deze soort kunt u in de winter buiten laten. Zij zijn vorstbestendig. Dit geldt niet voor de nog jonge dieren. Ze zijn prima geschikt voor de beginnende liefhebber en zijn geschikt voor de tentoonstellingen. Ook de prijs per koppel is zeer redelijk. Deze duivensoort wordt het best per koppel in een kleine volières gehouden.

Let op: er is een Parelhalsbandtortelduif in Nederland die een hele mooie scherpe wig tekening op de vleugels heeft. Dit is echter een ondersoort en is ook iets kleiner, maar ziet er wel mooier uit. Maar let dat u niet een koppel samenstelt met een een grote en kleine duif, want er is GEEN verschil te zien tussen doffer en duivin. Dus een koppel moet bestaat uit twee dieren met een scherpe wig-tekening of twee met hele zwakke wig-tekening op de vleugels.

Foto: Parelhalsbandtortel. Copyright © W.Silkens

Foto: Ondersoort Tigrina kleine parelhals met wigtekening. Copyright © W.Silkens

Peruduif (Columbina cruziana)

De Peruduif leeft in Peru en in een deel van Equador. Deze soort hoort tot de kleine duiven, zij meten ongeveer 18 cm. De kop van de doffer is grijs. Het overgrote deel van het lichaam is licht bruin/purperrood. De borstkleur is purperrood. Het uiteinde van de snavel is zwart. Tussen dit zwarte deel zien we een groot geelgekleurd gedeelte dat tot aan de kop doorloopt. De pootkleur is rood. De verschillende stippels op de vleugel vallen wel op. De duivin is over het algemeen vaal licht bruin. Ook de kop is licht bruin van kleur. Dezelfde kleur zien we ook op de borst, maar vaak nog iets lichter.Deze duiven zijn echte onrustige vliegers en dit blijft ook zo. Er worden twee eieren, die in 14 dagen worden uitgebroed. Het zijn zeer goede broeders en ze zorgen goed voor hun jongen. Peruduiven maken weinig geluid. De doffer maakt wel een vreemd keelgeluid dat gemakkelijk is na te bootsen.Deze duiven kunnen in de winter buiten blijven. Deze soort is geschikt voor de beginnende liefhebber en kan in kleinere kooien of volières worden gehouden. Ook de prijs per koppel is zeer redelijk. Vanwege hun karakter zijn deze duiven minder geschikt voor de tentoonstellingen. In de paringstijd zijn Peruduiven echte lastpakken voor andere duiven in de volière. Ze vallen zelfs grotere duiven aan als die in hun territorium komen. Men kan bij Peruduiven wel een paar grotere duiven plaatsen. De keuze van de soort is wel belangrijk. Kies dan voor bijvoorbeeld Parelhalsbandtortelduiven en Witvleugelduiven. Dit zijn duiven die niet onder de indruk raken van de kleine brutale Peruduiven.

Foto: Peruduif links doffer rechts duivin. Copyright © W.Silkens

Senegaltortelduif (Streptopelia senegalensis)

De Palmtortelduif wordt vanwege haar afkomst ook wel Senegaltortel genoemd en heeft haar verspreidingsgebied niet alleen in Senegal maar in een groot deel in Afrika, India, Afghanistan en Libanon. Het is een middelgrote soort en meet ongeveer 27 cm. De doffer is overwegend rood waarbij opvalt dat de kop een beetje blauw/rood gekleurd is. De hals is bedekt met kleine zwarte spikkels. De pootkleur is rood. Er is weinig verschil te zien tussen doffer en duivin. De duivin heeft wat minder blauw op de kop en de spikkels in de hals zijn minder intensief dan bij de doffer. Dez duiven zijn het begin wat schuw, maar worden later zeer tam. Ze kunnen zo tam worden dat ze zelfs bij het voeren op de voerbak gaan zitten en willen ook nog wel eens uit de hand eten. De soort legt ook twee eieren. het zijn zeer goede broeders die ook prima voor hun jongen zorgen. 6 tot 8 jongen per jaar is geen uitzondering.In de paringstijd zijn ze wat rumoerig en hebben een hele mooie roep, maar die is niet hinderlijk. Op het moment dat de eieren zijn gelegd wordt het geluid minder. De broedduur bij deze soort is 14 dagen.Deze duiven kunnen in de winter buiten blijven, ze zijn volledig winterhard. Dit geldt niet voor jonge dieren. Bij deze dieren zijn de tenen nog niet uitgehard. De Palmtortelduif is een ideale duif voor de beginnende liefhebber en is één van de goedkoopste soorten wilde duiven. De soort is, gezien haar karakter, ook zeer geschikt voor de tentoonstellingen. Deze duivensoort kan in kleinere kooien of volières worden gehouden. Bij de Palmtortelduif kan men in dezelfde volière ook nog wel een koppeltje kleine duifjes plaatsen. Er zijn in Nederland twee soorten Palmtortelduiven aanwezig. In de volksmond worden ze de grote en de kleine Palmtortelduif genoemd. Het verschil zit vooral in de lichaamslengte.

Foto: Palmtortel (Senegal tortel). Copyright © L.van der Meer

Foto: Palmtortel (Senegal tortel) kopstudie. Copyright © L.van der Meer

Zebraduif (Geopelia striata)

De Zebraduif is een kleine duivensoort (die maar 21 cm. meet) die leeft op de eilanden Java en Sumatra in Indonesië en ook op de eilanden voor de kust van Sumatra. Ze komen ook veelvuldig voor in het zuidelijk deel van Thailand en Zuid-Birma. Deze duif is onder de Indonesische bevolking een zeer geliefde duif die bijna bij elke woning hoog op een paal in een kooitje zijn schitterend geluid aan de omgeving prijs geeft. Zij hebben een zeer hoge waarde in de Indonesische gemeenschap. Zowel de doffer als de duivin hebben een streeptekening over het hele lichaam, waarbijde borsttekening eindigt in een grote paars gekleurde V-vorm. Het kopje van de doffer is vaker grijzer dan dat van de duivin. De duivin is aan de bovenkant wat bruiner gekleurd. Dit is alleen zichtbaar als de beide geslachten met elkaar vergeleken worden. De duivin is bovendien aan de onderkant bij de flanken wat lichtbruiner van kleur. Deze duiven zijn in het begin schuw, maar dit wordt wel minder als ze de verzorger wat beter leren kennen. Zij kunnen in een wat kleine ruimte worden gehouden. De twee eieren worden in 13 dagen uitgebroed en de jongen worden goed verzorgd. Deze soort maakt niet alleen in de paringstijd een heel mooi geluid. ook de duivin heeft een mooie roep. Alleen tijdens het paringsritueel is het alleen de doffer die het hoofd buigt en de staart spreid. Zebraduiven zijn niet winterhard. Een temperatuur van tussen de 5 en 10 graden is voldoende. Vaak is verplaatsing naar een onverwarmd binnehok of garage al voldoende. Deze soort is geschikt voor de beginnende liefhebber. De prijs is zeer redelijk. De Zebraduif is zeer geschikt voor de tentoonstellingen. In volières kunnen ze samen gehouden worden met o.a. de Bronsvleugelduif, de Dolksteekduif, de Bartlettduif, de Rode grondduif, de Purperduif. Er zijn nog twee andere soorten kleine gestreepte duiven: de Vredesduif en de Timorduif. Deze soorten lijken veel op elkaar. Er zit vaak verschil in het doorlopen van de borsttekening en de kleur van de oogrand bij de Timorduif is geel.

Foto: Zebraduif. Copyright © W.Silkens

Foto: Links de Zebraduif, in het midden de Timorduif en rechts het Vredesduifje. Copyright © W.Silkens

Huisvesting, verzorging en voeding.

Het houden van oorspronkelijke duivensoorten vraagt wel enige kennis van zaken. De verschillende soorten stellen vaak toch eigen eisen aan huisvesting, verzorging en voeding. Het houden van vruchtenetende duiven vraagt meer aandacht vanwege de voedingseisen van deze dieren. Om deze reden is het houden van deze vruchtenetende duiven meer voorbehouden aan ervaren liefhebbers. De zaadetende duivensoorten zijn makkelijker te houden en dat spreekt aan. Het aantal liefhebbers van deze dieren groeit de laatste jaren ook sterk.

De huisvesting is afhankelijk van het soort duif. De kleine soorten vragen minder ruimte dan de grote soorten. Voor enkele makkelijk te kweken soorten kleine oorspronkelijke duiven is een volière van ongeveer 2 meter diep, 1 meter breed en 2 meter hoog voldoende. Grotere soorten vragen meer ruimte. Verder zijn voldoende zitstokken voor de duiven nodig. De volière kan ook nog aangekleed worden met planten en struiken. Duiven verblijven graag buiten, zowel in de regen als in de zon. Duiven die buiten kunnen komen hebben meestal ook een mooier verenkleed dan duiven die altijd binnen worden gehouden.

Foto: Picuiduif. Copyright © W.Silkens

Foto: Jonge Vredesduifjes (Geopelia striata tranquilla) (10 dgn oud). Copyright © W.Silkens

Er zijn veel soorten oorspronkelijke duiven die niet bestand zijn tegen de Hollandse winters. Deze dieren hebben een vorstvrij hok nodig om te overwinteren. De voeding van zaadetende duiven is vrij eenvoudig. De dieren hebben altijd schoon drinkwater nodig, grit, maagkiezel en een geschikt zadenmengsel. Overleg altijd met de fokker waar u uw dieren koopt aan welk voer de duiven zijn gewend. Goed tortelduivenvoer dat in de dierenspeciaalzaak wordt aangeboden voldoet meestal erg goed.

Oorspronkelijke duiven kunnen schrikachtig zijn. Het is daarom nodig om deze dieren altijd voorzichtig te benaderen. Leer de dieren aan u te wennen zodat zij niet schrikken. Dit is vooral van belang in het broedseizoen.

Vele soorten duiven vertonen onderling sterk territoriaal gedrag, vooral in het broedseizoen. Zij dulden dan geen andere soortgenoten in hun omgeving. Bij de keuze van soorten duiven is het nodig om hier rekening mee te houden. Vraag daarom altijd advies aan ervaren liefhebbers van oorspronkelijke duiven. Zij kennen het klappen van de zweep en zijn altijd bereid u informatie te geven. Heeft u nog geen ervaring met oorspronkelijkeduiven, koop dan nooit zomaar duiven, maar kijk goed rond en vraag zo veel mogelijk informatie op. Zowel over de soorten, als de benodigde huisvesting en andere wetenswaardigheden, zodat u later niet voor onaangename verrassingen komt te staan. De beste periode om duiven te kopen is in de maanden september, oktober en november. In deze maanden zijn de in het voorjaar geboren jongen volwassen en kan de fokker overtollige exemplaren verkopen. Normaal gesproken zijn deze jonge dieren in het voorjaar hier op volgend broedrijp en zullen zich voortplanten.

Niet alle soorten duiven gaan even gemakkelijk tot broeden over. Het is verstandig eerst te beginnen met de gangbare en makkelijk te houden soorten om ervaring met het houden van duiven op te doen. Prima geschikt hiervoor zijn de bekende lachduiven en diamantduiven.

Foto: Jonge Musduifjes (Columbina passerina) (4 en 3 dgn oud). Copyright © W.Silkens