Frankolijnen behoren tot de kleine hoenderachtigen en zijn dus verwant aan onze kippen. Ze zijn groter dan kwartels en vergelijkbaar met patrijzen. Het gemiddelde gewicht van de frankolijnen ligt tussen 300 en 500 gram. Er bestaan wereldwijd 42 soorten frankolijnen. Zij komen in vrijwel alle gebieden van de wereld voor. In onze kleindiersport zien we frankolijnen nog maar sporadisch. Onbekend maakt onbemind. Frankolijnen zijn echte grondvogels maar vliegen kunnen ze ook goed, vooral over korte afstand. Dit doen ze vaak als ze ergens van schrikken en op de vlucht gaan. Omdat de frankolijnen op en in de grond hun voedsel zoeken hebben zij een forse scherpe snavel en stevige poten met sterke scherpe nagels en sporen.
Foto: Halsbandfrankolijn (Francolinus francolinus) haan (op de voorgrond) en hen (op de achtergrond). Copyright © N.H. van Wijk
Foto: Erckelfrankolijn (Francolinus erckelii) haan. Copyright © N.H.v.Wijk
Een tweede soort die we soms bij fokkers en liefhebbers zien is de Erckelfrankolijn. De Erckelfrankolijn komt in het wild voor in het Noord-Oost Afrika. Deze frankolijn is vrij groot (ruim 1200 gram). De Erckelfrankolijn kent geen uiterlijk onderscheid tussen haan en hen.
Frankolijnen zijn niet zo makkelijk te houden als onze kippen en worden ook niet zo tam. De fokker of liefhebber moet hiermee rekening houden. Om de dieren toch wat rustiger te maken hebben ze een flinke ruimte nodig, bv. een grote volière met veel schuilmogelijkheden in de vorm van planten en struiken. Omdat de dieren zich dan beter thuis voelen, worden ze minder schrikachtig. Alle hoenderachtigen, dus ook frankolijnen, moeten kunnen zandbaden. In de volière moet u daarom een gedeelte met een dikke laag schoon zand bedekken en zorgen dat dit zand droog blijft. Zonder zandbaden voelen frankolijnen zich niet compleet. Frankolijnen kunnen meestal niet tegen vorst. Deze vogels hebben in de winter een gesloten vorstvrij nachthok nodig. Frankolijnen zijn van nature monogame dieren. Een haan en de hen vormen een koppel. Andere hennen worden niet geaccepteerd. Hanen die in voortplantingsconditie komen verdedigen hun eigen gebied (territorium) fel tegen andere hanen en andere dieren. Frankolijn-hanen kunnen in het voorjaar ook behoorlijk veel lawaai maken en daar moet u ook rekening mee houden. Grondvogels als frankolijnen maken een eenvoudig nest door middel van een ondiep gat in de grond. De bekleding van het nest stelt niet veel voor. Frankolijnen broeden goed hun eieren uit en brengen de jongen meestal samen groot. U kunt de eieren ook in een broedmachine uitbroeden. De broedduur verschilt per soort, maar valt tussen de 18 en 21 dagen. De kuikens gedijen prima op speciaal opfokvoeder voor siervogels. Frankolijnen zijn in de vrije natuur alleseters, dus zowel zaden, groenvoer als insecten. Wij geven deze dieren siervogelvoeder dat in de handel te koop is. Siervogelvoeder bevat meer dierlijke eiwitten dan voeder voor kippen. Vooral in het voortplantingsseizoen en tijdens de rui hebben frankolijnen meer eiwit nodig. Levend voer in de vorm van meelwormen is ook prima. De dieren leren snel dat u ze meelwormen komt voeren en worden daardoor ook tammer. Meelwormen koopt u ook in een goede diervoederwinkel. Bijvoeren met groenvoer is zeker aan te bevelen. De dieren zijn er verzot op. Hiervoor is fijn geknipt gras, sla, andijvie, witlof of vogelmuur geschikt. Stukken appel, wortel en meloen worden ook gegeten. Tot slot, de dieren moeten altijd vers drinkwater tot hun beschikking hebben, evenals een bakje met grit voor de kalkvoorziening en maagkiezel voor de spijsvertering. Frankolijnen zijn prachtige siervogels, nog weinig bekend, maar bijzonder boeiend. U begrijpt uit het bovenstaande dat frankolijnen geen makkelijke siervogels zijn en niet geschikt voor beginnende liefhebbers. Wilt u eerst ervaring opdoen met makkelijke kleine hoenderachtigen, kies dan voor kwartels. Later kunt u dan als nog frankolijnen gaan houden. Heeft u interesse in deze siervogels, oriënteer u dan goed voordat u uw keuze maakt en neem geen overhaaste beslissing. Ga vooral ook eens kijken bij een fokker van frankolijnen. Daar leert u nog het meest van.